hallo welkom bij dieren uitleg
olifanten zijn bijna de grootste dieren ter wereld. Volwassen olifanten bereiken vaak een gewicht van 3 tot 5 ton bij een schofthoogte van ongeveer 3 meter. Uitschieters zijn mogelijk; de zwaarste olifant woog ongeveer 12 ton, maar dit was niet de grootste olifant. Dit record werd behaald door een bul die meer dan 4 meter hoog was met een gewicht van ongeveer 8 ton. Olifanten hebben in principe geen vijanden, de enige uitzondering hierop vormt de mens. Afgedwaalde kalveren en zieke olifanten vallen af en toe wel ten prooi aan roofdieren. Dit komt echter zelden voor omdat olifanten enorm krachtige dieren zijn en een aanval makkelijk kunnen weerstaan. Hierdoor gaat zelfs de leeuw de olifant liever uit de weg.
Flamingo's hebben bijzonder lange poten en een bijzonder lange hals. Het zijn echte voedselspecialisten die met een bijzonder filtermechanisme in hun snavel klein voedsel uit het water weten te filteren. Zij leven veelal rond zoutmeren, waar zij vaak het rijk alleen hebben. Het voedsel van flamingo's verschilt van soort tot soort. Grotere flamingo's eten meestal kreeftachtigen, weekdieren en wormen terwijl de kleinere flamingo's vooral algen eten
Het woord "panda" zou een verbastering zijn van de naam in het Nepalees, poonya, wat bamboe-eter betekent.[2] De Chinezen noemen het dier ??? (da xiong mao), oftewel grote katbeer. De ogen van het dier lijken namelijk op die van een kat. Dit ter onderscheiding van de kleine panda (???, xiao xiong mao, kleine katbeer). Er is lang onzekerheid geweest over de plaats van de panda ten opzichte van andere soorten, maar recent genetisch onderzoek plaatst hem toch in de familie van de beren, ursidae, zij het dat de laatste gemeenschappelijke voorouder wel de oudste van alle beren is. De naaste verwant lijkt de Zuid-Amerikaanse brilbeer te zijn.
De koala of buidelbeer (Phascolarctos cinereus) is een buideldier uit de familie koala's (Phascolarctidae) die voorkomt in het oosten van Australië. De Griekse woorden fas????? en a??t?? betekenen respectievelijk "buidel" en "beer". Het Latijnse cinereus betekent "askleurig". "Koala" komt uit het Dharuk, een uitgestorven aboriginaltaal die rond Sydney werd gesproken. Het zou zoiets betekenen als "drinkt niet", verwijzend naar het feit dat de koala zelden drinkt (zie onder). De koala, zoals vele andere inheemse Australische dieren, speelt een belangrijke rol in de aboriginal-mythe over het ontstaan van de wereld. Koala's komen voor in de vier oostelijke deelstaten van Australië, Queensland, Nieuw-Zuid-Wales, Victoria en Zuid-Australië. De oorspronkelijke populatie koala's in Zuid-Australië was aan het begin van de twintigste eeuw vrijwel uitgeroeid, maar door het uitzetten van koala's uit Victoria in de deelstaat zijn er nu weer verschillende populaties in het zuidoosten van Zuid-Australië, waarvan de grootste op Kangaroo-eiland. De zuidelijkst voorkomende koala's (ondersoort P. c. victor) zijn de grootste. Het mannetje weegt zo'n 12 kilo, het vrouwtje 8 kilo. In het noorden wegen koala's bijna de helft minder. Zuidelijke koala's hebben een dikkere vacht dan die in het warmere noorden. De kleuren van de vachten variëren sterk per individu en worden lichter naarmate koala's ouder worden, maar de meeste zijn grijs met wit op de kin, borst, voorpoten en romp. Koala's hebben een korte staart, die geen functie lijkt te hebben.
Het gilamonster is makkelijk te herkennen; het lijf is zwart met rode tot roze vlekken, heeft een zeer wratachtige schubbenhuid, veroorzaakt door osteodermen, beenplaatjes die de huid versterken. De staart is bijna net zo dik als de kop en maximaal een derde van de totale lengte. De kleurpatronen verschillen omdat bij sommige soorten eerder sprake is van een roze achtergrond met zwarte vlekken, de ogen zitten enigszins verborgen. Er zijn twee ondersoorten: het gevlekte gilamonster H. suspectum suspectum en de meer gebandeerde H. suspectum cinctum. Het gilamonster heeft grof gebouwde klauwen, waarmee hij goed kan graven. De ogen, neusgaten en gehooropeningen zijn erg klein om verstoppingen te voorkomen. De dikke staart dient als vetopslag voor mindere tijden. De hagedis kan een maand zonder voedsel, water dient wel regelmatig opgenomen te worden.
De vuursalamander, ook wel gevlekte landsalamander of goudsalamander (Salamandra salamandra) is een landbewonende salamander die behoort tot de familie echte salamanders (Salamandridae). De vuursalamander is één van de grootste Europese amfibieën en heeft een onmiskenbaar kleurpatroon; een zwarte kleur met gele vlekken en strepen. De vuursalamander heeft een gedrongen bouw en de ronde staart is relatief kort. De afstekende kleuren dienen om andere dieren af te schrikken; het is een vrij giftige soort. Er zijn 14 ondersoorten die aan de hand van het verspreidingsgebied en de afwijkende kleuren en tekeningen kunnen worden onderscheiden. De ontwikkeling van de vuursalamander is bijzonder omdat geen eieren worden afgezet, maar deels ontwikkelde larven levend ter wereld worden gebracht. Soms komen ze zelfs volledig ontwikkeld ter wereld, wat uitzonderlijk is voor amfibieën. De vuursalamander komt voor in grote delen van Europa en leeft voornamelijk in beboste gebieden in relatief laaggelegen streken. Een ondersoort van de vuursalamander, Salamandra salamandra terrestris, komt ook voor in het zuiden van Nederland (Limburg) en in België. [2]